Jurist Maria-Louise Genet blikt samen met Patricia Mensink van Alwareness-tv terug op de gang van zaken rond de onderzoekscommissie Hendriks, die onderzoek deed naar georganiseerd sadistisch misbruik (SRM) van kinderen in Nederland. Dit doen ze aan de hand van citaten, Kamermoties, en fragmenten uit Kamerdebatten, die in de afgelopen jaren over het onderzoek en eindrapport van de commissie Hendriks plaatsvonden. Uit alles blijkt dat er sprake is van een doofpotconstructie, om maar niet op zoek te gaan naar bewijzen of daders.
Een overzicht van gebeurtenissen in een notendop:
• Naar aanleiding van een aantal Argos-uitzendingen (Glasscherven en duistere rituelen en Het verhaal van Lisa) vroegen Kamerleden om een onderzoek naar sadistisch ritueel misbruik (SRM).
• De regering, onder wie de toenmalige minister van Justitie en Veiligheid, Ferd Grapperhaus wilde aanvankelijk geen onderzoek laten doen naar SRM.
• De overgrote meerderheid van de Kamer steunde een Kamermotie, die de regering dwong om toch een onafhankelijk onderzoek naar de aard en omvang van georganiseerd sadistisch misbruik van kinderen in Nederland te faciliteren.
• Het onderzoek vond plaats onder de controle van Justitie, ondanks dat slachtoffers hiertegen bezwaar maakten, omdat zij aangaven dat hooggeplaatste ambtenaren binnen Justitie zelf als dader bij het misbruik betrokken waren.
• Ook gaven slachtoffers aan dat ze niet met deze partijdige commissie wilden praten en geen vertrouwen hadden in prof. Jan Hendriks, de voorzitter van de onderzoekscommissie, die sympathiseert met pedofielen. Hij had in 2015 voorgesteld om gemanipuleerde kinderporno aan pedofielen beschikbaar te stellen, om zo hun gevoelens te beteugelen en zich geaccepteerd te voelen. Veel slachtoffers van SRM zijn vaak ook misbruikt voor de productie van kinderporno.
• Ondanks vijf brandbrieven die naar de Kamer waren gestuurd door GZ-behandelaren die opkwamen voor de belangen van slachtoffers, ging de commissie onder leiding van Hendriks en onder controle van Justitie van start.
• Commissie Hendriks sprak uiteindelijk maar met 21 slachtoffers in tegenstelling tot de 140 slachtoffers, die de journalisten van Argos over een periode van twee jaar hadden gevolgd.
• Hendriks weigerde onderzoek te doen naar bewijs op het dark web, want dat was te duur (€50.000). De commissie gaf aan niet aan waarheidsvinding te willen doen.
• Vervolgens concludeerde de commissie dat er geen bewijs is voor georganiseerd misbruik met rituele kenmerken, al erkende ze wel dat georganiseerd sadistisch misbruik in Nederland bestaat.
• Toen het eindrapport uitkwam is het commissiedebat eerst uitgesteld en later ondergesneeuwd tussen allerlei andere onderwerpen, waardoor het nauwelijks aan bod kwam. Het verzoek van Gideon van Meijeren voor een apart debat is door een Kamermeerderheid verworpen.
• Minister van Justitie en Veiligheid Dilan Yeşilgöz loog in het debat over de reden waarom Argos de uitzendingen over SRM offline had gehaald en beweerde dat er onjuistheden in zouden staan, terwijl de hoofdredacteur dit juist had tegengesproken.
• Ook loog Dilan Yeşilgöz over het politie-onderzoek en claimde onterecht dat een rechercheteam de slachtoffers uit de Argos uitzending hadden gesproken en in alle 140 gevallen hadden geconstateerd dat hun getuigenis onjuist zou zijn. In het rapport van Hendriks stond juist dat Argos de onderzoeksgegevens niet had gedeeld en veel slachtoffers uit wantrouwen niet met de politie wilden spreken.
• Yeşilgöz weigerde de vragen hierover te beantwoorden en wilde ook geen motie steunen die door Van Meijeren was ingebracht om een second opinion onderzoek naar SRM te houden. Ondanks de aanhoudende kritiek vindt ze het onderzoek van Hendriks voldoen.
> Een meer gedetailleerde tijdlijn vind je op de website van Alwareness
> Gedetailleerde bronnenlijst (ook onderaan dit artikel te bekijken of downloaden)
Waarom een nieuw écht onafhankelijk onderzoek naar SRM er moet komen
Voorafgaand aan de Argos-uitzending Glasscherven en duistere rituelen hadden de programmamakers een oproep gedaan aan slachtoffers van georganiseerd misbruik om zich te melden. Er kwamen 200 reacties, van wie bij 140 slachtoffers ook sprake was van misbruik met rituele kenmerken. Omdat waarschijnlijk slechts een deel van alle slachtoffers zich bij de programmamakers hebben gemeld, is het aannemelijk dat er in Nederland zeker honderden overlevers van SRM zijn. Zelf sprak ik er vele tientallen. Vaak noemen slachtoffers ook namen van hooggeplaatste personen binnen de politiek, justitie, politie en andere ‘hoge kringen’, die bij het satanisch ritueel misbruik betrokken zijn.
Tegelijkertijd is er in de afgelopen decennia geen enkel hooggeplaatst persoon vervolgd wegens betrokkenheid bij SRM. Dat zou betekenen dat óf de meer dan 140 slachtoffers allemaal een onzinverhaal vertellen, óf dat er sprake is van een enorme doofpot.
Wat opvalt bij het onderzoek van de commissie Hendriks, is dat men geen onderzoek wilde doen naar de aard en omvang, noch op zoek wilde gaan naar de bewijzen, die de betrokkenheid van hooggeplaatsten had kunnen blootleggen. Daarnaast is er over cruciale zaken van het onderzoek gelogen.
Let wel, de commissie Hendriks heeft het bestaan van georganiseerd sadistisch misbruik bevestigd. Toch zijn er de afgelopen decennia opvallend weinig rechtszaken geweest, waarbij een netwerk met lijntjes naar mensen in hoge posities is opgerold. Dat die connecties er moeten zijn, is inherent aan georganiseerde misdaad. Bij zaken waarbij vermoedelijk wél sprake was van een netwerk (Demmink, Rolodex-affaire) bleef of de vervolging helemaal uit, of bleef het netwerk buiten schot (Michel Stockx, meisje van Nulde, Robert M.-zaak).
Het uitblijven van vervolging was ook de kritiek op het LEBZ (Landelijke Eenheid Bijzondere Zedenzaken), die daarin een rol speelt, omdat ze het OM over complexe misbruikzaken moet adviseren. Ook het onderzoeksrapport over de LEBZ, naar aanleiding van de Argos-uitzending en de kritiek op hun functioneren en achterwege blijven van vervolging, raakte volledig ondergesneeuwd in het algemene misbruikdebat.
Uit niets blijkt dat de politiek en justitie serieus werk willen maken van het opsporen en vervolgen van daders van deze ernstige vormen van georganiseerd kindermisbruik. Dat betekent dat dit onbestraft blijft voortbestaan. De enige ‘oplossing’ die de politiek naar aanleiding van het rapport Hendriks voorstelt is een centraal meldpunt.
Een centraal meldpunt gaat niet het georganiseerd misbruik oplossen, maar maakt slachtoffers alleen maar kwetsbaar als poortwachters van een misbruiknetwerk toegang tot deze data krijgen. Slechts opsporing en vervolging van daders kan een einde aan het misbruik maken. Een écht onafhankelijk onderzoek is een belangrijke eerste stap, omdat als onderzoekers ook het bestaan van georganiseerd sadistisch / satanisch ritueel misbruik erkennen, er geen excuus meer is om daders niet te vervolgen.
Ontdek meer van Ellaster
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.