Deel 5 van “De schreeuw van Dominique”
In deel 1 en 2 is te lezen dat Dominique, naar eigen zeggen, als kind seksueel veelvuldig is misbruikt in het pleeggezin in Tilburg. In 2011 meldt Dominique het seksueel misbruik bij de commissie-Samson. Deze commissie is in 2010 door de Nederlandse overheid ingesteld om onderzoek te doen naar seksueel misbruik van, door de overheid uit huis geplaatste, kinderen. De naam is ontleend aan de voorzitter van de commissie, mevrouw Rieke Samson-Geerlings.
Er was indertijd veel bezwaar tegen de benoeming van Rieke Samson-Geerlings, omdat zij indirect betrokken was bij een grote pedozaak. Ze werkte als bestuurder bij de Heldringstichting in Zetten, die in dezelfde periode in opspraak kwam door ernstig seksueel kindermisbruik. Theo Finkensieper, de psychiater die werkzaam was bij de stichting, is daar destijds ook voor veroordeeld. Critici beweren dat Rieke Samson dit schandaal in de doofpot wilde stoppen. Meerder mensen hadden daarom bezwaar tegen haar benoeming als voorzitter van de commissie-Samson. Haar naam was besmet door het schandaal bij de Heldringstichting.
Achteraf vonden veel slachtoffers dat ze niet (voldoende) zijn gehoord. Ook Dominique is niet opgeroepen voor een verhoor, ondanks het feit dat ze tot ‘de zwaardere zaken’ behoorde omdat ze reeds als baby is misbruikt. Ook is er kritiek dat wetenschappers, betrokken bij het onderzoek van de commissie-Samson, hun kritische opmerkingen en aanbevelingen uit hun deelonderzoeken moesten schrappen.
Erkend als slachtoffer bij het Schadefonds Geweldsmisdrijven
Slachtoffers die seksueel misbruik bij de commissie-Samson meldden, konden aansluitend een aanvraag indienen bij het Schadefonds Geweldsmisdrijven. Deze organisatie “geeft een financiële tegemoetkoming aan mensen die slachtoffer zijn geworden van een geweldsmisdrijf met ernstig psychisch of fysiek letsel tot gevolg.” Dominique doet in 2011 een aanvraag bij het Schadefonds en wordt in 2013 erkend als slachtoffer.
In de eerste procedure, de zogenaamde tijdelijke regeling, krijgt Dominique een uitkering van € 15.000 en wordt vrij hoog ingeschaald, 6 op een schaal van 8, omdat het seksueel misbruik al vanaf haar babytijd plaatsvond. In 2014 dient Dominique opnieuw een aanvraag in voor schadevergoeding bij het Schadefonds Geweldsmisdrijven. Als ze in de tweede procedure, bij de Raadkamer Statuut, opnieuw wordt erkend als slachtoffer, is er nog een reële kans dat Dominique de zaak tegen haar pleeg- vader en broer kan heropenen. Pleegzus Elizabeth* doet ook aangifte van het misbruik en Dominique verzamelt nog meer bewijsmateriaal.
Dominique doet haar verhaal aan de commissie van het Schadefonds
Tijdens de zitting van het Schadefonds vertellen Dominique en Elizabeth drie uur lang over het seksueel misbruik dat plaatsvond binnen hun pleeggezin en waarvan ze claimen slachtoffer te zijn. De emoties lopen tijdens die zitting hoog op. Vooral oudere pleegzus Elizabeth raakt zo geëmotioneerd, dat ze zaal regelmatig moet verlaten om tot bedaren te komen. De twee commissieleden, de heer Akkermans en mevrouw De Pauw Gerlings-Döhrn stellen Dominique gerust: “Mevrouw u hoeft ons niet te overtuigen, we wéten dat u waarheid spreekt.”
De commissieleden stellen veel vragen aan Dominique en Elizabeth, maar men stelt tijdens de hoorzitting slechts één vraag aan de advocaat van Jeugdzorg: “Waarom heeft de teamleider van Jeugdzorg tegen de politie gezegd dat er onvoldoende onderzoek is gedaan naar het seksueel misbruik?” De advocaat geeft blijk van weinig dossierkennis en vraagt: “Uhm, waar staat dat?” terwijl ze zenuwachtig in het dossier bladert. Ze blijft het antwoord schuldig.
Commissielid Schadefonds was ook de kinderrechter in de zaak Dominique
Na afloop heeft Dominique het gevoel dat het ‘kat in ’t bakkie is’. Ze verheugt zich op erkenning van het Schadefonds, niet eens zozeer vanwege de schadevergoeding, maar meer omdat dit de weg opent naar de heropening van het strafrechtelijk onderzoek. Dominique’s beheerder, die nauw bij de zaak betrokken is en al jaren haar belangen behartigt, ruikt onraad. Hij vraagt aan Dominique: “Wie was indertijd jouw kinderrechter?” Dominique gaat in één van de vele ordners op zoek naar de gerechtelijke stukken van de ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing die destijds door de kinderrechter zijn ondertekend. Tot haar grote schrik ziet ze dat dit dezelfde naam is als een van de twee commissieleden van het Schadefonds, namelijk Mr. S. B. de Pauw-Gerlings.
Haar naam en handtekening staan op vele stukken die betrekking hebben op de ondertoezichtstelling, de uithuisplaatsing, het overdragen van de voogdij aan toeziend voogd Nardus Woldhuis van Humanitas en de goedkeuring voor de plaatsing binnen het pleeggezin. Als kinderrechter was zij eindverantwoordelijk omdat Dominique onder haar toezicht was gesteld. De schrik slaat Dominique om het hart. Wat betekent dit? Waarom is zij hiervan niet op de hoogte gesteld? Waarom heeft mevrouw De Pauw-Gerlings hier tijdens de zitting niks over gezegd? Kan zij wel een onpartijdig oordeel vellen? Mag zij überhaupt wel in deze commissie zitten, aangezien zij een direct belang heeft in deze zaak?
De afwijzing en vermeende partijdigheid
Na 3 maanden komt er duidelijkheid: tegen alle verwachtingen in wordt Dominique’s verzoek om schadevergoeding afgewezen wegens ‘gebrek aan bewijs’. Dominique is kapot van verdriet? “Hoe kon dit gebeuren?”
Ze laat het er niet bij zitten en maakt bezwaar wegens vermeende partijdigheid van een van de commissieleden. Ze schrijft diverse brieven, waaronder een brief naar het Ministerie van Veiligheid en Justitie en koningin Máxima om haar beklag te doen. Eind december 2015 wordt er naar aanleiding van die brief door iemand van het Ministerie van Justitie een evaluatiegesprek geregeld met de heer Goossens, voorzitter van het Schadefonds en mevrouw De Groot, de directrice van het Schadefonds.
Zij zeggen tegen Dominique dat vooraf onder de commissieleden duidelijk is afgesproken, dat, wanneer een commissielid eerder bij een specifieke zaak betrokken is geweest, dit commissielid zich terug trekt uit de procedure. Er was keuze uit ongeveer 13 commissieleden, zie de samenstelling van de commissie van het Schadefonds. Dominique vraagt waarom in haar procedure dan niet voor een ander commissielid is gekozen. De naam De Pauw-Gerlings staat immers op tientallen stukken in haar dossier en is niet bepaald iets waar je overheen kunt kijken. Dominique concludeert dat ze het dossier niet of nauwelijks hebben bestudeerd. De directrice beaamt dit: “Inderdaad, dan hebben wij geen goed onderzoek gedaan.” Voorzitter Goossens snoert de directrice echter meteen op felle wijze de mond; “We herzien niks, we draaien niks terug en je kunt niet in beroep.”
Wie is kinderrechter De Pauw-Gerlings?
Mr. S.B. de Pauw Gerlings-Döhrn was vanaf 1982 werkzaam als kinderrechter met als specialisatie jeugd(straf)recht en in 1991 aangesteld als vice-president bij de rechtbank in Rotterdam. Ze hield zich onder andere bezig met jeugddelinquenten en voogdijzaken. In 2012 ging ze met pensioen, maar bleef actief in tal van nevenfuncties zie ook hier (scroll sneller naar beneden door op de P te klikken).
De Pauw-Gerlings komt uit een oude, vooraanstaande patriciërsfamilie die al eeuwenlang belangrijke functies uitoefent in Nederland. Haar familienaam staat in het ‘Blauwe boekje’ tussen de ‘Menschen met ‘t Blaue Bloet’. Ook prijkt haar familienaam in de lijst namen van het Vrijmetselaars-gilde in de Maconiekke encyclopedie. Het zegt niet persé iets over haar persoon, maar geeft wel aan uit wat voor nest ze komt.
Tijdens haar carrière is de Rotterdamse kinderrechter Sonja de Pauw Gerlings-Döhrn betrokken bij talloze voogdijzaken. In het interview met Trouw zegt ze: “Ik spreek bijna altijd een ondertoezichtstelling uit, als die wordt verzocht.” Ze stelt in een interview met Nu.nl dat de rapportages van zeven op de tien gezinsvoogden onder de maat zijn. “Ze zijn niet opgeleid tot het schrijven van rapporten.” Ondanks de onvolledigheden zouden kinderrechters vaak de mening van Jeugdzorg volgen. Ook De Pauw-Gerlings blijkt bevooroordeeld met betrekking tot Bureau Jeugdzorg; “Jeugdzorg heeft er geen belang bij om te liegen, ouders hebben dat wel.”
Het is een opmerkelijke uitspraak om te stellen dat Jeugdzorg er geen belang bij heeft om te liegen. Wie de zaak Dominique bestudeert en zich verdiept in de rol van Jeugdzorg, komt tot een heel andere conclusie. Ondanks het hoge aantal zaken van misbruik dat tijdens het onderzoek door de commissie-Samson aan het licht komt, concludeert men dat Jeugdzorg dit misbruik in slechts 2% van de gevallen opmerkt. Er is dan ook kritiek op de kinderrechter en men verwijt haar dat ze Bureau Jeugdzorg verdedigt alsof ze er zelf een belang bij heeft. Ook in de zaak Dominique is sprake van verstrengelde belangen.
De vermeende partijdigheid van kinderrechter De Pauw-Gerlings
Kinderrechter De Pauw-Gerlings was destijds degene die besloot om Dominique in een pleeggezin te plaatsen en haar niet door haar biologische vader of oma te laten opvoeden. Toen ze in 2015 geconfronteerd werd met het dossier van Dominique en haar aanklachten van ernstig seksueel misbruik, moet ze zich toch op zijn minst bezwaarlijk hebben gevoeld, wetende dat haar keuze voor plaatsing in het pleeggezin verkeerd had uitgepakt? Zij was immers eindverantwoordelijk omdat Dominique onder haar toezicht was gesteld.
Het was dezelfde De Pauw Gerlings-Döhrn die in de commissie van het Schadefonds zat, die kon beslissen over het al dan niet toekennen van een schadevergoeding. Men zou verwachten dat zij in haar positie, wetende dat haar gerechtelijke beschikking van 29 jaar daarvoor verkeerd had uitgepakt, Dominique tegemoet zou komen en haar het voordeel van de twijfel zou willen geven. Er waren immers sterke aanwijzingen dat het verhaal van Dominique klopte, omdat in haar dossier en die van haar pleegzus diverse bewijsstukken staan die hun claim bevestigen.
Of er nou wel of niet sprake is van seksueel misbruik, we kunnen gerust stellen dat iemand die in een liefdevol pleeggezin is opgegroeid, niet jarenlang een juridische strijd voert om haar pleegouder en -broer veroordeeld te krijgen. De Pauw Gerlings-Döhrn had op zijn minst de conclusie kunnen trekken dat Dominique allerminst in een liefdevol en veilig gezin was terecht gekomen. Probeerde De Pauw Gerlings-Döhrn door een negatieve beslissing van het Schadefonds haar eigen straatje schoon te vegen? Of is het haar taak om ten alle tijden het belang van Bureau Jeugdzorg te verdedigen, gezien haar bedenkelijke uitspraak in een interview met Nu.nl?
Als Dominique in die tweede procedure als slachtoffer was erkend, had ze grotere kans gehad dat de strafzaak was heropend. De afwijzing door het Schadefonds is daarmee medebepalend geweest in het niet vervolgen van haar pleeg- vader en broer. Dit had voor De Pauw Gerlings-Döhrn eens te meer een reden moeten zijn zich onmiddellijk uit de procedure terug te trekken, om elke verdenking van partijdigheid te voorkomen. In tegenstelling tot de afspraken binnen het Schadefonds houdt ze echter haar positie aan. Waarom?
Of Dominique’s pleeg- vader en broer haar inderdaad seksueel hebben misbruikt, zal door een onafhankelijke rechter moeten worden vastgesteld. Men zou verwachten dat De Pauw Gerlings-Döhrn, zelf een rechter, juist deze beslissing voor een veroordeling of vrijspraak zou willen laten voorleggen aan de rechtbank. Maar met de negatieve beslissing door de Raadkamer Statuut van het Schadefonds is Dominique de mogelijkheid voor deze rechtsgang -al dan niet bewust- ontnomen.
Het roept in ieder geval de sterke vraag op of de commissie wel onpartijdig was. Het Schadefonds is in ieder geval niet transparant geweest over de samenstelling van de Raadkamer Statuut en de verstrengelde belangen die er speelde in de zaak Dominique.
Slachtoffers Jeugdzorg hebben recht op een deugdelijk onderzoek
Niet alleen Dominique, maar ook de samenleving heeft recht op een deugdelijk strafrechtelijk onderzoek, dat in deze zaak nooit volledig is afgerond. Iedereen heeft recht op toetsing door de rechtbank, waarbij zowel de slachtoffers Dominique en Elizabeth, als ook de verdachten onder ede worden gehoord. In de zaak van Dominique is er nooit recht gesproken. Dit gaat echter niet alleen om Dominique, het is veel groter dan dat. Dominique is het symbool geworden van een niet goed functionerende rechtsstaat, met name als het gaat om slachtoffers van seksueel misbruik.
Extra obstakels voor de berechting van seksueel misbruik
Het grote probleem waar men tegen aanloopt bij seksueel misbruikzaken, is dat veel daders niet worden opgepakt en berecht. Een belangrijk obstakel is hierbij dat er, met het verstrijken van de tijd, sprake is van verjaring. Daarom moet het plan van tafel om een verjaringstermijn in te stellen en de regels omtrent bewijslast bij het Schadefonds Geweldsmisdrijven aan te scherpen. Dit werpt voor slachtoffers een extra en buitengewoon ongewenste drempel op. Misbruik en de gevolgen daarvan, kunnen niet verjaren. Teken daarom vandaag nog de petitie om de slachtoffers te steunen. De petitie loopt op 28 februari af.
Namen met een * zijn gefingeerd omwille van de privacy van betrokkenen.
> Lees ook deel 1, deel 2, deel 3, en deel 4 van ”De schreeuw van Dominique”
Wordt vervolgd…
Ella Ster* | bron: ellaster.nl
Artikelen door mij geschreven mogen alleen 1:1 elders gepubliceerd worden mits de auteur Ella Ster* duidelijk bovenaan of onderaan het artikel staat vermeld. Daarnaast moet er onderaan de vermelding staan: “Bron: www.ellaster.nl”
Ontdek meer van Ellaster
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.