Nadat Dominique aangifte heeft gedaan van seksueel misbruik door haar pleeg- vader en broer in de periode dat ze in het pleeggezin woonde, vraagt de Officier van Justitie of ze de dossiers uit haar jeugd wil opvragen. De rapportages over Dominique’s jeugd — en vooral het ontbreken daarvan — van instanties zoals Jeugdzorg, Humanitas en de Raad van Kinderbescherming, zullen doorslaggevend zijn in de beslissing van Justitie om niet tot strafvervolging over te gaan. Maar in de zoektocht naar de dossiers komt Dominique er achter dat deze onrechtmatig zijn verdwenen of opzettelijk worden achtergehouden.
Deel 4 van “De schreeuw van Dominique”
Seksueel misbruik is vaak lastig te bewijzen. Er zijn zelden opnames van gemaakt, er zijn vaak geen getuigen, of getuigen durven niet te praten. Gezinsleden zijn vaak vanaf jonge leeftijd geïndoctrineerd om net te doen alsof er niks aan de hand is en blijven soms, gek genoeg, loyaal naar degenen die ze misbruikt hebben. Een slachtoffer van seksueel misbruik is daarom, naast getuigenissen, ook afhankelijk van de ‘stille getuigen’, zoals het papieren spoor dat na een lange periode van misbruik is achtergebleven. Daarbij moeten we tegelijkertijd rekening houden met het feit dat de rapportages van gezinsvoogden gemanipuleerd kunnen zijn. In de zaak Dominique staat het zonnige beeld over het pleeggezin dat gezinsvoogden in hun verslagen hebben opgetekend, haaks op de ervaringen zoals Dominique zich herinnert.
Medische dossiers
In deel 3 is te lezen dat politie en justitie aan Dominique vragen om haar dossier uit haar jeugd op te vragen. Ze krijgt daarbij geen enkele ondersteuning van de politie. Veel medische dossiers zijn inmiddels verdwenen. Zo is het dossier van haar huisarts opgehaald door een ‘onbekend’ persoon. De zorgverzekeraar VGZ, waar alle kinderen die onder pleegzorg vallen verplicht bij verzekerd zijn, weigeren haar medische gegevens aan Dominique te verstrekken. Als Dominique op haar strepen gaat staan en zegt dat ze daar recht op heeft, zeggen ze over die periode: ‘je valt onder Jeugdzorg en bent een kind van de staat’. Blijkbaar zijn ze van mening dat pleegkinderen om die reden niet dezelfde rechten hebben als andere burgers.
De medische gegevens zijn van belang, omdat Dominique aan de politie heeft verteld dat ze op zeer jonge leeftijd verschillende geslachtsziektes had, zoals chlamydia en genitale wratten. Zij claimt dat ze die van haar oudere pleegbroer M. en pleegvader moet hebben gekregen. Als uit medische gegevens blijkt dat zij in dezelfde periode voor dezelfde aandoeningen behandeld zijn, kan dit haar claim bevestigen. Als kind had Dominique ook rectaal eczeem. Ze kreeg er destijds een zalfje voor en heeft een afschrift van de apotheek om dit te bewijzen.
Maar de politie weigert om zelf de medische dossiers te vorderen. Dominique stuit regelmatig op een muur van talloze instanties die niet willen meewerken. Ook de apotheek uit haar jeugd weigert aanvankelijk om de medische gegevens te verstrekken. Teneinde de kwitanties in handen te krijgen, schrijft de advocaat van Dominique een brief waarin wordt aangekondigd dat er gerechtelijke stappen zullen worden genomen als ze de gegevens niet verstrekken. De apotheek eist vervolgens dat Dominique ze persoonlijk komt ophalen. Dat weigert ze, omdat de apotheek vlakbij haar pleegfamilie is gelegen. Ze wenst geen confrontatie met hen.
Jeugdzorg probeert haar dossier te verdonkeremanen
Als Dominique in 2009 haar dossier bij Jeugdzorg opvraagt, krijgt ze keer op keer te horen dat haar dossier is vernietigd. Hoewel deze organisatie een wettelijke bewaarplicht heeft, zegt ze doodleuk dat het dossier er niet meer is. Dominique ontvangt tevens een brief waarin dit schriftelijk wordt bevestigd.
In een bijlage van een latere brief naar aanleiding van Dominique’s verzoek, staan een aantal wettelijke bepalingen die Jeugdzorg hanteert wanneer inzage in en kopieën van het dossier wordt gevraagd. Er staat: “In artikel 50 (van de Wet op Jeugdzorg – red.) is bepaald dat inzage in (en afschrift van) het dossier kan worden geweigerd indien de persoonlijke levenssfeer van een ander dan de cliënt hierdoor wordt geschaad.” Met deze bepaling ziet de organisatie zich blijkbaar gerechtigd om delen uit het dossier achter te houden, bijvoorbeeld om medewerkers te beschermen. En dat is precies wat er in de zaak Dominique is gebeurd.
Dominique gelooft dan ook niet dat haar dossier is vernietigd en belt haar laatste gezinsvoogd. Ze zegt dat ze inzage wil krijgen in haar dossier, omdat ze meer wil weten over haar biologische vader. De gezinsvoogd vraagt haar dossier op en belt haar twee weken later vrolijk op. Ze zegt: “Ik heb je dossier hier liggen, wanneer kom je naar Rotterdam?” Dit is hetzelfde dossier waarvan Dominique meerdere malen, ook zwart op wit, te horen heeft gekregen dat het is vernietigd.
Dominique’s laatste gezinsvoogd van Jeugdzorg: “Dit is eigenlijk de eerste keer dat ik je dossier heb gelezen,” en begint dan te huilen. Dominique is dan 24 jaar
De gezinsvoogd beseft dat ze gefaald heeft
Dominique gaat naar Rotterdam en haar gezinsvoogd zegt aan het begin van het gesprek: “Dit is eigenlijk de eerste keer dat ik je dossier heb gelezen,” en begint te huilen. Dominique is dan 24 jaar en al ruim 8 jaar het huis uit. Ze is verbouwereerd dat de gezinsvoogd haar dossier nooit eerder heeft gelezen, terwijl ze in de periode dat Dominique nog in het pleeggezin woonde, wel moest waken over haar welzijn en veiligheid. De gezinsvoogd legt uit dat er helemaal geen tijd is om de dossiers te lezen, omdat men onder enorme tijdsdruk staat en alleen bezig is met huisbezoeken en het schrijven van rapportages.
Dominique vraagt vervolgens aan de gezinsvoogd: “Waarom huil je?” Waarop de gezinsvoogd zegt: “Ik heb altijd het gevoel gehad dat er binnen het gezin iets niet klopte en er waren meer collega’s die dat gevoel hadden, maar we konden onze vinger er niet op leggen.” Ze vertelt dat ze, nadat ze het dossier had gelezen, de andere gezinsvoogd van Jeugdzorg had gebeld, die de twee jongere pleegbroers onder haar hoede had. Ze vertelde deze gezinsvoogd dat er in Dominique’s dossier allerlei vermeldingen van seksueel misbruik staan. De gezinsvoogd van de pleegbroers reageerde met: “Nou snap ik het, waarom hebben wij dit nooit geweten of gezien?” Na dit gesprek vertelt Dominique’s gezinsvoogd dat ze naar aanleiding van hun gesprek de dingen wel ‘iets anders’ op papier zet, omdat haar baan anders op het spel komt te staan.
Weggemoffelde papieren worden stiekem gekopieerd
Later volgt er een gesprek met de teamleider en directie van Jeugdzorg. Ze zijn tijdens dit gesprek erg defensief en beweren stellig dat er niets belastends in het dossier staat. (Zie de opsomming en voorbeelden hieronder wat er aan meldingen over (vermeend) seksueel misbruik in onder andere het dossier van Jeugdzorg staat.) Ze zijn erg bezorgd dat Dominique Jeugdzorg gaat aanklagen en de directie en medewerkers persoonlijk aansprakelijk gaat stellen. Op dat moment laat Dominique in het midden of ze dergelijke gerechtelijke stappen gaat ondernemen.
Dominique moet een aanvraag indienen om kopieën van haar dossier te verkrijgen. Ze is ervan overtuigd dat de leiding van Jeugdzorg instructie aan het personeel heeft gegeven om een beperkt deel te kopiëren. Dominique maakt een afspraak om de kopieën op te halen. Normaal gesproken worden er kopieerkosten in rekening gebracht, maar Dominique wordt gevraagd om het dossier in de middagpauze op te halen, in ruil voor “iets lekkers bij de koffie.” Achteraf denkt Dominique dat een van de medewerkers in de lunchpauze een groot deel van het dossier stiekem heeft gekopieerd, om het later met tranen in de ogen aan Dominique te overhandigen. Dominique werd daarna aangespoord om het gebouw heel snel te verlaten.
Documenten zijn aantoonbaar uit het dossier verwijderd
Eén van meest markante dossierstukken is een werkaantekening uit 1996, dat er onderzoek is gedaan door een vertrouwensarts in Breda, vanwege de melding van ‘seksuele benaderingen’ door pleegbroer M. Het originele briefje is tot een prop verfrommeld en later gladgestreken. Wellicht is dit een van de dossierstukken waarvan het nooit de bedoeling was dat Dominique het in handen kreeg.
Detail van werkaantekening uit 1996. Het briefje is verfrommeld en gladgestreken.
Dominique weet dat ze op 6 à 7-jarige leeftijd aan haar oma heeft opgebiecht wat er binnen het gezin gebeurde. Ook is er rond dezelfde periode (1991) vanuit de basisschool een melding van vermeend seksueel misbruik gekomen, naar aanleiding van iets dat Dominique heeft gezegd. Dat kwam toen bij de pleegouders en Jeugdzorg terecht en stond in Elizabeth’s dossier vermeld. In Dominique’s dossier is echter niet documenteerd dat er vanuit school een melding is gedaan. Dominique kan zich nog wel herinneren dat Elizabeth in die periode wel eens uit de klas is gehaald ‘om met iemand te praten’.
In maart 2014 heeft pleegzus Elizabeth aan de politie gemeld dat Jeugdzorg zowel in 1991 als rond ’95-’96 op de hoogte is gesteld van het vermeende seksueel misbruik dat beiden keren op school is gemeld. Er staat in de aangifte: “Bureau Jeugdzorg zou erbij betrokken zijn en geconcludeerd hebben dat Dominique en aangeefster (pleegzus Elizabeth – Red.) gelogen hadden.” Een terugkoppeling of verslag naar aanleiding van de bevindingen uit het onderzoek van de vertrouwensarts, ontbreekt echter in het dossier van zowel Dominique als dat van Elizabeth. Alsof er nooit iets heeft plaatsgevonden.
Ook wordt er geen onderbouwing gegeven waarom Jeugdzorg destijds van mening was dat beide pleegzussen over het misbruik hadden gelogen. Let wel, het gaat om twee meldingen, waarbij de tweede melding vijf jaar na de eerste is gedaan. Dat is van Jeugdzorg ofwel nalatig, omdat ze daarmee twee belangrijke signalen opzettelijk niet documenteerde, of het is destijds wel gedocumenteerd maar later verduisterd. In beide gevallen heeft Jeugdzorg een zeer kwalijke rol gespeeld.
Er staan in Dominique’s dossier een aantal andere meldingen over (vermeend) seksueel misbruik en er wordt daarbij naar Elizabeth’s dossier verwezen. Als Elizabeth een aantal jaren later bij Jeugdzorg inzage in haar dossier vraagt, stelt ze vast dat de helft van de documenten eruit is gehaald. Het dossier was voorheen twee keer zo dik en bijna alle stukken van voor haar 10e levensjaar zijn verdwenen. Ze zijn er waarschijnlijk uitgehaald nadat de politie in het strafrechtelijk onderzoek in de zaak Dominique, aan de teamleider van Jeugdzorg had gevraagd de dossiers van de andere pleegkinderen ‘door te spitten’ om te kijken of er belastend bewijsmateriaal in zat. Later erkent Jeugdzorg tegenover de politie dat ze al die jaren op de hoogte waren van het seksueel grensoverschrijdend gedrag van pleegbroer M., en dit “gewoon een onderwerp van gesprek was.” (Zie beelden van correspondentie hieronder)
[toggle title=”Hieronder het aantal signalen en meldingen van (seksueel) misbruik die grotendeels in de dossiers terug te vinden zijn en door de instanties gesignaleerd hadden moeten worden:” load=”hide”]
- Vaststellen van vaginale verklevingen en genitale afwijking 3,5 week na plaatsing in het pleeggezin, die vlak voor plaatsing door geen enkele kinderarts of -verzorgster in het kindertehuis zijn opgemerkt. 1987, leeftijd: 17 maanden.
- Melding uitdagend seksueel gedrag als peuter. Gerapporteerd in verslag Humanitas. [1] Leeftijd: 2-4 jaar.
- Melding van seksuele benadering door pleegbroer M. Gerapporteerd in verslag Humanitas. 1989-1990, leeftijd: 5 jaar.
- Melding vermeend seksueel misbruik bij vertrouwensarts. 1991, leeftijd 5 jaar.
- Melding seksueel misbruik bij Dominique’s biologische oma door Dominique zelf. Leeftijd 6-7 jaar.
- Melding vermeend seksueel misbruik op de basisschool. ±1991-1992, leeftijd 6-7 jaar.
- Melding vermeend seksueel misbruik in rapportages van Humanitas en pleegzorg, met verwijzing naar dossier van pleegzus Elizabeth*. 1991-1996, leeftijd 5-11 jaar
- Melding bij vertrouwensarts in Breda. 1996, leeftijd: 10 jaar.
- Allerlei geslachtsziektes op jonge leeftijd. Leeftijd 13-16 jaar.
- Notitie dat de school heeft voorgesteld dat Dominique met maatschappelijk werker gaat praten, “omdat haar iets dwars zit.” 1999, leeftijd 13 jaar.
- Melding seksueel misbruik bij psycholoog op middelbare school. 1999-2000, leeftijd 15 jaar.
- Melding bij medescholieren op de middelbare school. 1999-2000, leeftijd 15 jaar.
- Pleegzorgwerker meldt vermeend seksueel misbruik aan voogd van Jeugdzorg. Mei 2001, Leeftijd 15 jaar.
- Zwangerschap en abortus op minderjarige leeftijd. 2001, leeftijd 15 jaar.
- Onderzoeken door psychologen vanwege crisissituatie en gedragsproblemen thuis. 2001, leeftijd 15 jaar.
- Melding door gezinsvoogd pleegzorg aan biologische oma dat haar kleindochter seksueel is misbruikt. 2001, leeftijd 16 jaar
- Met verdraaide arm en pols naar het ziekenhuis voor onderzoek, een paar weken voordat Dominique het huis uitgaat. 2001, leeftijd 16 jaar
- Melding aan psychologen waarbij ze onder behandeling is vanwege psychische problemen, waaronder PTSS en verslavingsproblemen. 2003-2004, leeftijd 17-19 jaar.
[1] Humanitas is later overgegaan in Bureau Jeugdzorg.
[/toggle]
Dossier Pleegzorg
Dominique vraagt haar dossier bij pleegzorg op, maar ook dat dossier is verdwenen, ondanks de bewaarplicht die deze organisatie heeft. Op hun verzoek wordt het dossier van Jeugdzorg gekopieerd en naar hen toegestuurd. Een week later gaat Dominique op gesprek bij pleegzorg. Bij binnenkomst krijgt ze te horen: “Mevrouw het moge duidelijk zijn dat wij ontzettend gefaald hebben in uw veiligheid en uw wel en wee, want het dossier staat vol met fouten die wij hebben gemaakt.” In een latere brief doet pleegzorg zelfs een voorlopige toezegging voor een schadevergoeding, maar wil wel eerst afwachten tot het tot een veroordeling komt.
In dezelfde periode heeft Dominique ook een gesprek met de persoonlijk verzorgster Lieke*, die haar heeft verzorgd toen ze nog een baby was. Lieke werkt nog steeds bij dezelfde organisatie van pleegzorg. Het is nu niet meer een kindertehuis, maar een tienerhuis. Lieke spreekt ook met andere collega’s die er destijds werkten en laat hen babyfoto’s zien die Dominique heeft opgestuurd. Ze kunnen zich Dominique nog goed herinneren, omdat het een bijzonder mooie baby was, altijd lachend en met knalblauwe ogen. Lieke wist zeker dat Dominique geen dichtgegroeide vulva en genitale ontstekingen had in de periode vlak voordat ze naar het pleeggezin ging. Haar collega’s kunnen zich ook niet herinneren dat er dergelijke bijzonderheden waren.
Lieke is bereid om een getuigenis af te leggen bij de politie, maar die heeft haar nooit benaderd. Ze vertelt Dominique dat de kennismaking met het pleeggezin destijds heel vreemd verliep. Normaal gesproken zijn er minimaal een tiental ontmoetingen, om te kijken of het onderling klikt. Volgens Lieke waren er bij Dominique slechts een paar ontmoetingen en toen was ze ‘floep’ weg.
Na het gesprek met de directie van pleegzorg wordt Dominique uitgenodigd voor een informatiebijeenkomst met een gedragswetenschapper en een aantal pleegzorgwerkers. Men vraagt haar om als ervaringsdeskundige aan de medewerkers uit te leggen wat de signalen bij kinderen zijn die kunnen wijzen op seksueel misbruik. Die informatiesessie duurt een hele middag en Dominique vertelt in geuren en kleuren over haar ervaringen en waar medewerkers op moeten letten.
Dossier Raad van de Kinderbescherming
Dominique probeert ook het dossier van de Kinderbescherming in te zien en krijgt opnieuw te horen dat dit is verdwenen of vernietigd, wederom in strijd met de bewaarplicht. Dominique hoort van iemand met connecties in ‘hogere kringen’ dat er in het Nationaal Archief in Den Haag nog wel een exemplaar moet liggen. Als Dominique het Nationaal Archief belt, vertelt de receptioniste dat er slechts steekproefgewijs enkele exemplaren van de Raad van Kinderbescherming-dossiers zijn bewaard, een kans van 1 op 100.000. Dominique dringt er bij de vrouw op aan toch in het archief te zoeken en zegt: “Het is een kwestie van leven of dood, want de pedo’s blijven doorgaan.”
De receptioniste belt 3 uur later terug: “Dit is een Gods wonder, want uw dossier is er nog.” Dominique heeft het volledige dossier in handen. In dit dossier zitten afschriften van brieven die in haar babytijd naar haar biologische vader zijn gestuurd, onder andere door kinderrechter De Pauw-Gerlings. De vader had aangegeven voor Dominique te willen zorgen toen hij er lucht van kreeg dat haar moeder daartoe door verslavingsproblemen niet in staat was. Tijdens haar jeugd is Dominique altijd verteld dat haar biologische vader onbekend was en in het dossier van Jeugdzorg is geen melding gemaakt van de brieven die hij destijds ook naar de gezinsvoogd van Jeugdzorg stuurde. Tegen de tijd dat Dominique dit dossier in handen kreeg, was het strafrechtelijk onderzoek allang van tafel geveegd.
Conclusie
In brieven en mails naar Dominique en de politie geeft Jeugdzorg aan hun volledige medewerking aan het strafrechtelijk onderzoek te verlenen. Aan de hand van Dominique’s verhaal lijkt het tegendeel het geval. Er is door alle instanties, die moesten waken over de veiligheid van Dominique, opvallend veel moeite gedaan om dossiers te laten verdwijnen, delen ervan te verduisteren en ervoor te zorgen dat er op papier weinig terug is te vinden. Vervolgens besluit de Officier van Justitie om op basis van dit uitgedunde dossier om de zaak te seponeren. Desondanks bieden de dossiers aanknopingspunten die het verhaal van Dominique bevestigen, maar wel nader onderzoek vereisen, waartoe politie en justitie tot nu toe duidelijk niet bereid is.
Namen met een * zijn gefingeerd omwille van de privacy van betrokkenen.
In deel 5 zullen we uitgebreid ingaan op de rol van de dubieuze rol van de commissie Samson en de commissie van het Schadefonds
> Lees binnenkort verder in deel 5 van ”De schreeuw van Dominique”
> Lees ook deel 1, deel 2 en deel 3 van ”De schreeuw van Dominique”
Ella Ster* | bron: ellaster.nl
Artikelen door mij geschreven mogen alleen 1:1 elders gepubliceerd worden mits de auteur Ella Ster* duidelijk bovenaan of onderaan het artikel staat vermeld. Daarnaast moet er onderaan de vermelding staan: “Bron: www.ellaster.nl”
Ontdek meer van Ellaster
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.