In het strafrechtelijk onderzoek naar het geclaimde seksueel misbruik door haar pleegvader en pleegbroer wordt Dominique ontzettend tegengewerkt door politie. Er is sprake van fouten, sabotage, intimidatie, nalatigheid en een totaal gebrek aan medewerking. In elke procedure kunnen fouten gemaakt worden en ook politiewerk blijft mensenwerk. Maar de opeenstapeling van fouten is in deze zaak zo schrijnend dat de indruk ontstaat dat ze opzettelijk is tegengewerkt. Doordat de politie heeft nagelaten een deugdelijk strafrechtelijk onderzoek te doen, heeft de Officier van Justitie besloten om niet over te gaan tot strafvervolging. De opgegeven reden is een ‘gebrek aan bewijs’, maar door de opsomming van de gemaakte fouten door politie en justitie in dit artikel, zal blijken dat er nauwelijks strafrechtelijk onderzoek is gedaan en belangrijke getuigen niet zijn gehoord.
De schreeuw van Dominique deel 3
Om de opeenstapeling van fouten en nalatigheden door Politie en Justitie inzichtelijk te maken, hebben we ze op deze wijze [#] genummerd. We maken daarbij geen onderscheid tussen kleine foutjes en grove nalatigheden. De aantallen spreken voor zich. We beginnen vanaf het moment dat Dominique aangifte wil doen tegen haar ex vanwege seksueel misbruik in de regio Rotterdam, omdat deze zaken dwars door elkaar heen lopen en ook door de klachtencommissie van de politie in de slotconclusie als één zaak wordt aangemerkt. Voor beide zaken geldt dat Dominique ontzettend is tegengewerkt en nooit volledige aangifte heeft kunnen doen van de zedendelicten die door haar pleegvader zijn gepleegd. .
De aangifte
Zoals we in deel 2 al schreven, weigert de politie in de regio Rotterdam om haar aangifte van seksueel misbruik door Gidion op te nemen. De politie vertelt haar dat het doen van valse aangifte strafbaar is en stellen: “Wie weet is het niet gebeurd en ben je gewoon jaloers op je ex.” Dominique wordt al vanaf haar jeugd geconfronteerd met het feit dat ze niet wordt geloofd. Haar melding van seksueel misbruik wordt niet serieus genomen. Het duurt enige jaren voordat ze de moed bijeen raapt om alsnog aangifte te doen tegen haar tweede ex. Ze woont dan in een andere regio.
Als ze aangifte wil doen wordt dit geweigerd. Onterecht wordt gesteld dat ze aangifte moet doen in de stad waar het misdrijf heeft plaats gevonden. [1] Op advies van de politie neemt ze een advocaat in de arm en doet een tweede poging om aangifte te doen. Er wordt een aangifte opgenomen vanwege diefstal en bedreigingen, maar er wordt geen proces verbaal gemaakt van het zedendelict. [2] De diefstal wordt niet behandeld, omdat de politie het opvat als een civiele zaak, aangezien Dominique een advocaat op de zaak heeft gezet. [3] Ze doet een derde poging om aangifte van het zedendelict te doen, maar wordt wederom weggestuurd. [4]
Melding seksueel misbruik bij de Commissie Samson
Dominique besluit om gerechtelijke stappen te ondernemen vanwege seksueel misbruik in haar jeugd tijdens de periode dat ze in een pleeggezin woonde. Op dat moment heeft ze het dossier van Jeugdzorg in haar bezit, waarin het seksueel misbruik is gedocumenteerd. Ze meldt zich bij de commissie-Samson bij wie ze in mei 2011 haar verhaal doet. De commissie Samson doet onderzoek naar seksueel misbruik van, door de overheid, uit huis geplaatste kinderen. Ze beloven haar dat ze door de politie zal worden benaderd om aangifte te doen.
Naar aanleiding van deze melding wordt ze een paar weken later verhoord door 2 vrouwelijke agenten van de zedenpolitie Midden- en West-Brabant. Tijdens het verhoor worden zowel de zedendelicten binnen het pleeggezin in Tilburg besproken, als de zedendelicten van haar ex in Spijkenisse. Echter, de afspraak voor de aangifte blijkt slechts een intakegesprek te zijn, dit terwijl melding bij Commissie Samson als intake beschouwd had moeten worden. [5] Tijdens de intake geeft men aan dat de uiteindelijke aangifte meerdere dagen in beslag zal nemen. Talloze malen wordt herhaald dat het doen van valse aangifte strafbaar is, terwijl één maal meer dan voldoende is. [6] Er wordt haar beloofd dat er telefonisch een afspraak gemaakt zal worden. Ze wordt echter niet gebeld door de politie. [7]
Afspraak om aangifte te doen wordt 7 keer afgezegd
In de zomer van 2011 worden er diverse keren afspraken gemaakt om aangifte te doen vanwege het seksueel misbruik binnen het pleeggezin, maar die worden tot 3 keer toe afgezegd, omdat de politie van de woonplaats waar ze dan woont weigert om samen te werken met de zedenpolitie van Midden-Brabant. [8] [9] [10]
Intussen wacht ze al 3 maanden om aangifte te doen van het misbruik dat ze bij de commissie Samson heeft gemeld. Tenslotte dient ze een klacht in bij de politie. Ze zoekt hulp bij Slachtofferhulp (die haar niet gelooft) en er is contact met het bureau directoraat-generaal van de Politie, onderdeel van het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Uiteindelijk kan ze eind augustus aangifte doen van het misbruik door haar oudere pleegbroer M.
Ze dient echter een klacht in over de gang van zaken bij de klachtencommissie van de politie. In het najaar van 2011 worden er talloze mails en brieven verstuurd, waarin de politie uiteindelijk toegeeft dat ze niet correct gehandeld hebben. Ze bieden excuses aan en beloven haar dat ze alsnog aangifte mag doen vanwege het seksueel geweld door haar ex, iets dat ze ruim 2 jaar eerder al had geprobeerd te doen. Er wordt een afspraak gemaakt, maar dat blijkt wéér een intakegesprek te zijn. [11] Ondertussen heeft ze nog steeds geen aangifte gedaan en een vierde afspraak wordt wederom door de politie afgezegd. [12]
Uiteindelijk heeft de politie 3 afspraken voor de aangifte tegen pleegvader en -broer afgezegd en 4 afspraken voor de aangifte tegen de ex. Twee afspraken die wel doorgingen bleken later onterecht een intakegesprek te zijn. Dat zijn 9 unieke situaties waarbij, ondanks de gemaakte afspraken, geen aangifte is opgenomen.
Dominique laat het er niet bij zitten en zoekt hulp bij tal van organisaties. Ze neemt contact op met de gemeente Rotterdam, aangezien ze in Rotterdam geboren is en deze gemeente haar veiligheid na haar geboorte niet hebben kunnen waarborgen. Er zijn gesprekken met de burgemeester van Rotterdam en de afdeling Veiligheid die contact zoeken met de burgemeester van Dominique’s woonplaats om de politie aan te sporen hun werk goed te doen.
Via die burgemeester wordt een gesprek gepland met het hoofd van de lokale politie. Ondanks dat Dominique aangeeft liever op neutraal terrein te willen afspreken, wordt ze op het politiebureau ontboden. Daar komt het hoofd Politie pas ruim een half uur later opdagen. [13] Dominique voelt zich in de steek gelaten en de gemoederen lopen die avond hoog op. Het hoofd Politie schrijft later in een verslag op denigrerende toon dat Dominique niets van de werkwijze van de politie begrijpt. [14] Als Dominique later bij de klachtencommissie informeert hoe het zit met de afhandeling van haar klacht, blijkt hetzelfde hoofd Politie de gevraagde stukken nog steeds niet naar de klachtenbehandelaar gestuurd te hebben. [15]
Een kleine selectie uit de enorme stapel correspondentie met de Politie en het Ministerie van Veiligheid en Justitie, waarin men na ruim 2 jaar erkent dat men onterecht geen (volledige) aangifte heeft opgenomen.
In totaal zal men wel liefst 7 keer een afspraak om aangifte te doen wegens zedendelicten door haar ex en binnen het pleeggezin, afzeggen. Ze kan pas na 3 maanden aangifte doen tegen het misbruik van pleegbroer M. en pas na 3 jaar tegen haar ex. De aangifte tegen haar pleegvader wordt uiteindelijk nooit middels een verhoor afgenomen en is afgedaan met het verzoek om haar aanvulling via de mail te versturen.
Verhaal halen bij de klachtencommissie van de politie
In het voorjaar van 2012 moet Dominique bij de klachtencommissie van de politie haar verhaal doen. Daar beweren de agenten doodleuk dat ze Dominique talloze keren hebben geprobeerd te bellen en haar voicemail hebben ingesproken. Dominique toont echter een volledige uitdraai van haar telefoongesprekken, waaruit blijkt dat die claim helemaal niet klopt. [16] De agenten die op het matje geroepen zijn schrikken daar enorm van en in de pauze probeert men een deal met haar te sluiten. Als ze haar klacht intrekt beloven de agenten dat ze aangifte van het seksueel misbruik mag doen en zullen ze zorgen dat Dominique een schadevergoeding krijgt. Een aanvraag voor schadevergoeding door het Schadefonds was namelijk al eerder afgewezen, juist ómdat ze geen aangifte had gedaan.
Om uit de impasse te komen stemt Dominique in met het voorstel, maar daardoor wordt een deel van de klacht niet meer opgenomen in de rapportage van de klachtencommissie. Uiteindelijk krijgt ze om die reden vervolgens ook geen schadevergoeding. [17] Wel mag ze na bijna 3 jaar eindelijk aangifte doen van het seksueel geweld door haar ex. De aangifte tegen haar ex zal uiteindelijk niet leiden tot strafvervolging, omdat er geen getuigen meer kunnen worden gehoord en er volgens de Politie inmiddels al te veel tijd is verstreken. [18]
[toggle title=”Dit is wat Dominique heeft ondernomen in de periode 2011 t/m 2015 om hulp te krijgen, zodat ze alsnog aangifte zou kunnen doen van de zedendelicten door haar ex en binnen het pleeggezin.” load=”hide”]
- Dient klacht in bij de klachtencommissie van de Politie
- Stuurt brief naar de Ombudsman.
- Vraagt hulp bij Slachtofferhulp (wordt niet door hen geloofd).
- Heeft een gesprek met de burgemeester in Rotterdam en later met de afdeling Veiligheid, aangezien Dominique in Rotterdam is geboren en de overheid haar veiligheid als baby destijds niet heeft gewaarborgd. Er komt de toezegging dat er contact wordt gezocht met de burgemeester van de gemeente waar Dominique op dat moment woont, zodat deze druk kan uitoefenen op de lokale politie om mee te werken aan het strafrechtelijk onderzoek van de zedendelicten.
- Gesprek met burgemeester en hoofd van de lokale politie.
- Stuurt brief aan koningin Maxima
- Stuurt brieven naar diverse ministeries waaronder het Ministerie van Veiligheid en Justitie
- Verschijnt op hoorzitting van de klachtencommissie van de Politie.[/toggle]
Beledigingen tijdens de aangifte
Ondanks alle ophef, klachten, gesprekken en correspondentie zal Dominique uiteindelijk nooit op een correcte manier aangifte kunnen doen over het seksueel misbruik van haar pleegvader. Maar we gaan eerst even terug in de tijd naar de aangifte van het seksueel misbruik door haar oudere pleegbroer M. Het is dan eind augustus 2011.
De aangifte wordt opgenomen door een mannelijke agent van de zedenpolitie Midden- en West-Brabant, die seksueel intimiderende opmerkingen maakt. [19] Ze heeft eerder heel duidelijk aangegeven dat ze aangifte bij een vrouwelijke agent wil doen, dus is haar verzoek bij de aangifte zelf genegeerd. [20] De aangifte duurt een hele dag en wordt opgenomen. Tijdens de rookpauzes (buiten bereik van de microfoon) maakt de agent grensoverschrijdende opmerkingen in de trant van: “Als je nou zo’n strakke broek aan hebt, met een beetje laag uitgesneden truitje, dan vraag je er natuurlijk wel om.” Deze opmerkingen (er waren er meerdere) zijn niet opgenomen, maar Dominique is bereid om onder ede te verklaren dat dit daadwerkelijk gezegd is.
Obstructie van de rechtsgang
Door de seksueel intimiderende opmerkingen van de agent, voelt Dominique zich geremd en zegt achteraf dat ze bepaalde details van het seksueel misbruik niet heeft willen vertellen. De opmerkingen van de agent kunnen daarom ook aangemerkt worden als een obstructie van de rechtsgang. [21] Ook hier wordt voortdurend gezegd dat het doen van valse aangifte strafbaar is. Dit geeft Dominique het gevoel dat zij de dader is en dit kan om die reden aangemerkt worden als intimidatie van het slachtoffer. [22]
Aanvankelijk laat Dominique dit echter onbesproken en richt zich op de aanvang van het strafrechtelijk onderzoek dat eindelijk gestart lijkt te zijn. Ze heeft immers veel moeite moeten doen om überhaupt aangifte te kunnen doen. In de eerste aangifte wordt voornamelijk het misbruik door haar oudere pleegbroer besproken, de biologische zoon van haar pleegvader. De aangifte neemt een hele dag in beslag. Dominique gaat er daarom vanuit dat ze in een tweede dag(deel) het misbruik door haar pleegvader (de hoofdverdachte) kan aangeven. Maar die tweede afspraak komt er niet. [23]
Pas na 2 maanden krijgt Dominique een registratienummer van haar aangifte. [24] Ze moet diverse mails sturen om die uiteindelijk te krijgen. [25] Ze geeft herhaaldelijk aan dat haar aangifte niet compleet is, maar wordt desondanks niet uitgenodigd voor een vervolggesprek om de aangifte compleet te maken. [26] Uiteindelijk krijgt ze pas na 9 maanden (!!!) het verzoek om het misbruik van haar vader samen te vatten in een mail. Dit in tegenstelling tot de eerdere voorstelling van zaken, dat de aangifte meerdere dagen in beslag zou nemen en ze persoonlijk verhoord zou worden.
Traineren en stagneren van politie-onderzoek
Dit is ook in tegenspraak met de reactie van het LEBZ (Landelijk Expertise Bureau Zedenzaken) die in haar evaluatie van de aangifte aangeeft dat er onvoldoende is doorgevraagd tijdens het verhoor. [27] Dominique stuurt uiteindelijk een korte samenvatting van het misbruik door haar pleegvader, met de verwachting dat ze alsnog wordt uitgenodigd om verder ondervraagd te worden. Dat gebeurt echter niet. Ook het weigeren van een vervolgafspraak en verzoek om het zedendelict dat over een periode van 14,5 jaar heeft plaatsgevonden in een mail samen te vatten, moet gezien worden als obstructie van de rechtsgang. [28] Ten slotte krijgt ze nooit een afschrift van haar aangifte en heeft ze nooit kunnen controleren of de desbetreffende mail volledig aan de aangifte is toegevoegd. [29]
Op basis van een brief van justitie vermoeden we tevens dat Dominique’s aangifte op papier gemanipuleerd is. [30] Er wordt in die brief namelijk gesteld dat het misbruik door de oudere pleegbroer gestopt was na de melding bij Jeugdzorg. Dat was aanvankelijk ook zo, bevestigt Dominique, maar later is het misbruik wel weer doorgegaan. Wij zetten daarom grote vraagtekens bij de wijze waarop haar verklaring uiteindelijk zwart op wit in de aangifte is omschreven, maar kunnen dat pas controleren als we daarvan een kopie hebben.
Het strafrechtelijk onderzoek
Opvragen van Dominique’s dossiers
In oktober 2011 krijgt Dominique het verzoek van de Officier van Justitie om haar (medische) dossiers op te vragen voor het politie-onderzoek. Ze vraagt of de politie dit niet beter zelf kan doen, maar die weigert zich daarvoor in te spannen. [31] Ook niet nadat Dominique aangeeft dat sommige instanties weigeren om haar dossier op te sturen, zoals het VGZ die weigert om kopieën van haar medische gegevens uit haar jeugd op te sturen. [32] Ten slotte vraagt Dominique of de politie een brief kan opstellen, waaruit blijkt dat ze de dossiers nodig hebben voor een strafrechtelijk onderzoek, maar ook dat weigeren ze haar te geven. [33]
Dominique geeft ook bij de politie aan dat ze al op zeer jonge leeftijd allerlei geslachtsziektes heeft opgelopen en dat aan de hand van de medische gegevens van haarzelf en die van haar pleegvader en -broer, wellicht aangetoond kan worden dat ze in dezelfde periode voor dezelfde aandoeningen behandeld werden. Maar de politie weigert ook om dit te onderzoeken. [34]
Veel dossiers uit haar jeugd zijn ‘zoek geraakt’. Het medisch dossier van de huisarts is door ‘een onbekend persoon’ opgehaald. Het dossier van pleegzorg is verdwenen, ondanks de bewaarverplichting die deze organisatie heeft. Ook haar dossiers bij de Raad van de Kinderbescherming en bij Jeugdzorg zijn aanvankelijk verdwenen of zogenaamd vernietigd. Ze zal deze pas veel later alsnog in handen krijgen. Ze is hier heel lang mee bezig geweest.
Ze vraagt de politie ook om de dossiers van haar twee jongere pleegbroers bij Jeugdzorg en pleegzorg op te vragen, evenals die van haar oudere pleegzus Elizabeth*. Elizabeth is medeslachtoffer en kroongetuige en in Dominique’s dossier staan vermeldingen van seksueel misbruik, waarbij naar Elizabeth’s dossier wordt verwezen. In de dossiers van haar pleegbroers zijn wellicht ook aanwijzingen te vinden over misbruik. Maar de politie legt de verantwoordelijkheid neer bij Jeugdzorg en deze meldt Dominique dat er niks in het dossier te vinden is ‘dat betrekking op haar heeft’. Daarmee is de kous af. In de Wet op Jeugdzorg artikel 49 en 50 staat ook dat Jeugdzorg om die reden Dominique geen kopieën van de overige dossiers mag geven en de politie had om die reden zelf om inzage moeten vragen. [35] Eventuele signalen of notities van (seksueel) misbruik bij haar jongere pleegbroers en -zus, kunnen daarom niet geverifieerd worden.
Politie weigert om getuigen te verhoren
Haar pleegzus Elizabeth, kroongetuige en medeslachtoffer wordt niet opgespoord voor verhoor. [36] Net zomin als de twee jongere pleegbroers, die ook niet worden verhoord. [37]
Dominique geeft aan dat het voor het politie-onderzoek ook zinvol is om de computer van de verdachten te onderzoeken op eventuele aanwezigheid van belastend (beeld)materiaal, maar hier doet de politie helemaal niets mee. [38] Ook biedt ze aan dat zij en de verdachten onderworpen kunnen worden aan een leugendetectortest, waardoor duidelijk kan worden wie wel en wie niet de waarheid spreekt. Ook hier doet de politie niets mee. [39]
Dominique geeft de politie de naam en telefoonnummer van een andere belangrijke getuige, de persoonlijke verzorgster in het kindertehuis. Zij kan bevestigen dat Dominique vlak voordat ze naar het pleeggezin in Tilburg ging, geen vaginale verklevingen of andere genitale afwijkingen had (zie deel 1). Maar de politie weigert haar te benaderen en een getuigenverklaring op te nemen, waartoe ze wel bereid is. [40] De politie ondervraagt evenmin de laatste gezinsvoogd van pleegzorg, die toen Dominique 15 jaar was, aan haar oma had verteld dat Dominique in haar jeugd seksueel misbruikt is. [41] Ook de medescholieren die kunnen bevestigen dat Dominique tijdens haar middelbare schooltijd gezegd heeft dat ze seksueel misbruikt werd, worden niet opgeroepen ‘omdat ze destijds minderjarig waren’. [42]
Intussen hoort Dominique niets over de voortgang van haar aangifte. Ze belt en mailt regelmatig om te informeren en ontdekt diverse keren dat telefoonnummers en mailadressen niet meer werken en contactpersonen niet bereikbaar zijn, zonder dat ze hiervan op de hoogte is gesteld. [43]
Aanvankelijk is de politie helemaal niet van plan om de verdachten aan te houden en te verhoren. [44] Pas nadat Dominique een Artikel 12-procedure indient vanwege het niet vervolgen van een strafbaar feit, krijgt ze een brief van de Officier van Justitie dat men pleegvader alsnog gaat verhoren. Het is dan 11 maanden nadat Dominique aangifte heeft gedaan. Of dit destijds ook is gebeurd, weet Dominique niet, ze is er in ieder geval niet van op de hoogte gesteld. [45] Ondanks het feit dat ze verschillende keren aangeeft dat ze geïnformeerd wil worden als de politie de verdachten gaat oppakken, aangezien ze dan wil onderduiken om haar veiligheid te waarborgen. Ze schrijft in een mail aan de politie: “Het gaat namelijk om een grote familie.” en refereert naar de agressie van familieleden, waarmee ze in haar jeugd te maken heeft gehad.
Officier van Justitie seponeert de zaak vanwege ‘gebrek aan bewijs’
Als de Officier van Justitie mw. Gudde na ongeveer een jaar te kennen geeft dat zij de zaak wil seponeren ‘wegens gebrek aan bewijs’, vraagt Dominique waarom haar pleegzus Elizabeth, kroongetuige en medeslachtoffer niet is verhoord. [46] De Officier van Justitie weet dan niet eens wie Elizabeth is. Dit geeft aan dat de Officier van Justitie het dossier niet bestudeerd heeft, [47] want Elizabeth’s naam staat op talloze stukken in het dossier vermeld, zelfs bij diverse vermeldingen van vermeend seksueel misbruik. Dominique is geschokt, maar geeft de Officier van Justitie wederom de lijst met aanwijzingen en getuigen die ze eerder aan de politie overhandigd heeft, met het verzoek deze zaken nader te onderzoeken.
De Officier van Justitie komt aanvankelijk terug op haar besluit om de zaak te seponeren en geeft te kennen dat justitie op zoek gaat naar kroongetuige en medeslachtoffer Elizabeth. De politie doet echter geen enkele moeite om haar te traceren. [48] Als Dominique haar uiteindelijk zelf op het spoor komt en de politie Elizabeth benadert voor het politie-onderzoek, blijkt dat ze in een afkickkliniek zit en niet wil meewerken. Ze wil niet in haar verleden graven en als ze uiteindelijk ondervraagd wordt, legt ze op dat moment een (valse) verklaring af waarbij ze het seksueel misbruik grotendeels ontkent.
“Ik ben 80% afgekeurd op basis van chronische PTSS, maar de pedofielen lopen nog steeds vrij rond. Jeugdzorg hoeft geen verantwoording te nemen en er gaat van alles mis bij diverse partijen, zelfs bij politie en er wordt helemaal niets aan gedaan.”
Dominique
Pleegzus Elizabeth doet ook aangifte
In die periode heeft de oudere pleegzus Elizabeth* nog af en toe contact met het pleeggezin, totdat ze tijdens kerst in 2013 opnieuw wordt aangerand door pleegvader. Dominique vertelt dat haar pleegzus daarna door hem wordt gestalkt en uit angst een tijdje bij Dominique woont. Dat is voor Elizabeth de druppel en in maart 2014 besluit ze aangifte te doen van het seksueel misbruik, waarvan zij zegt binnen het pleeggezin tevens slachtoffer te zijn geweest.
Ook zij krijgt aan de balie van de politie te horen: “Je weet toch wel dat valse aangifte strafbaar is?” en is dermate geïntimideerd dat ze bij de eerste poging afhaakt. [49] Ze krijgt in dit proces nauwelijks begeleiding van Slachtofferhulp, maar wordt uiteindelijk alsnog aangespoord om een afspraak voor de aangifte te maken. Elizabeth heeft verslavingsproblemen en daardoor verschijnt ze dronken en stoned op het bureau wanneer ze aangifte doet. Aangezien ze onder invloed is, behoort de politie de aangifte niet op te nemen. Desondanks ondervragen ze haar twee volle dagen. [50] Haar aangifte wordt uiteindelijk door de Officier van Justitie van tafel geveegd.
Naar aanleiding van haar aangifte besluit de politie wel om de pleegvader en -broer op te pakken. Als de pleegvader en zijn biologische zoon uiteindelijk een nacht worden vastgehouden en worden ondervraagd, ontkennen ze alles. Ze worden na een dag alweer vrijgelaten. De pleegfamilie is razend op Dominique en Elizabeth, uiten doodsbedreigingen en zetten ‘een prijs op hun hoofd’. Zowel de zaak van Dominique als die van Elizabeth wordt geseponeerd. [51] Het LEBZ schrijft in een evaluatierapport over het verhoor van Elizabeth dat er “veel is af te dingen” op de wijze waarop de verklaring tot stand is gekomen. Het feit dat ze is verhoord toen ze onder invloed was, wordt tegen haar gebruikt.
De laatste strohalm voor strafvervolging
Dominique start opnieuw een Artikel 12-procedure, waarmee ze een klacht indient tegen justitie wegens het niet vervolgen van een strafbaar feit. Ze hoopt hiermee aan te tonen dat de zaak onterecht is geseponeerd en alsnog wordt heropend. De zitting aan het Hof duurt slechts drie minuten en er wordt vrijwel niet inhoudelijk ingegaan op de zaak. Dominique hoeft alleen haar naam en geboortedatum te zeggen en dat is het. Men besluit dat er niet wordt overgegaan tot strafvervolging. Aangezien justitie niet eens naar de tegenargumenten heeft geluisterd, kan men hierbij niet spreken van rechtspraak. [52] Ook is het opvallend dat de vertegenwoordiger van het OM en Dominique’s advocaat die ze via Slachtofferhulp toegewezen heeft gekregen, elkaar nog kennen uit hun studieperiode.
Dominique heeft nog één laatste strohalm om de zaak heropend te krijgen: een erkenning door het Schadefonds Geweldsmisdrijven. Nadat Dominique het seksueel misbruik heeft gemeld bij de commissie Samson, heeft ze een schadevergoeding toegekend gekregen en het is toen vrij hoog ingeschaald (schaal 6 op een schaal van 8), omdat het vermeende misbruik al als baby had plaatsgevonden. In die eerste procedure zijn niet hele hoge eisen gesteld aan de bewijslast en ze wordt erkend als slachtoffer.
In een tweede procedure doet ze een aanvraag bij het Raadkamer Statuut van het Schadefonds. Ze heeft inmiddels meer dossierstukken verzameld die haar claim ondersteunen. Als ze voor deze procedure ook als slachtoffer erkend wordt, heeft ze de kans om haar zaak heropend te krijgen.
Tijdens de zitting getuigen zowel Dominique als Elizabeth urenlang over het misbruik dat ze volgens eigen zeggen als kind hebben moeten verduren. Aanvankelijk lijkt de zaak ‘een kat in ’t bakkie’. Echter, de twee commissieleden: de heer A.J. Akkermans en mevrouw de Pauw Gerlings-Döhrn, wijzen haar aanvraag af wegens ‘gebrek aan bewijs’. Later komt Dominique erachter dat De Pauw-Gerlings ook de kinderrechter was die in haar jeugd alle gerechtelijke stukken met betrekking tot de ondertoezichtstelling en de plaatsing in het pleeggezin heeft ondertekend. We komen hier in een later artikel nog op terug. [53]
Dominique geeft niet op
Wie Dominique persoonlijk ontmoet, zal kunnen beamen dat ze een enorme kracht uitstraalt. Ze is niet het type dat opgeeft en zeker niet in deze zaak. Ze zal tot de laatste snik doorgaan om gerechtigheid te krijgen. Deze zaak ging aanvankelijk over de veroordeling van haar pleegvader en oudere pleegbroer, maar is inmiddels veel groter dan dat. Ze vermoedt dat het misbruik van kinderen in de pleegzorg systematisch en opzettelijk is. Ze is door diverse andere slachtoffers aangeklampt die haar hebben gesmeekt door te gaan met haar juridische strijd en zo als hun spreekbuis te fungeren. Ze krijgt inmiddels steun uit ‘hogere kringen’ en heeft aanvullend bewijsmateriaal. Ze wacht op het juiste moment om een heropening van deze zaak te vragen en dat die er komt staat voor haar vast.
Welke krachten zitten hier achter?
Wie bovenstaande fouten van politie en justitie bij elkaar optelt, komt tot een schokkend aantal gemaakte [53] fouten. Deze fouten variëren van kleine slordigheden (niet terugbellen) tot een gebrek aan medewerking (geen begeleidende brief of ondersteuning bij het opvragen van dossiers) tot grove nalatigheid (belangrijke getuigen niet ondervragen). Daarbij hebben politie en justitie nauwelijks rekening gehouden met het letsel van het slachtoffer en de mogelijkheid dat de gruwelen die Dominique zegt te hebben meegemaakt, ook werkelijk zijn gebeurd.
Daarnaast houdt justitie onvoldoende rekening met de ernst van de aanklacht en de reële kans op recidive door de dader als deze legitiem blijkt. Daarmee is justitie medeverantwoordelijk indien er nieuwe slachtoffers van seksueel misbruik zijn gevallen, nadat de zaak is geseponeerd. Wij denken aan potentiële slachtoffers bij de zwemvereniging voor gehandicapte kinderen waar de hoofdverdachte sinds 2008 als vrijwilliger werkzaam is.
Het aantal gemaakte fouten door politie en justitie is zo schrijnend dat wij ons afvragen of er in deze zaak geen sprake is van opzettelijk saboteren van de rechtsgang. Dominique vermoedt dat haar vader bewust buiten schot gehouden wordt en dit wellicht te maken heeft met zijn connecties binnen de legertop. Als dit werkelijk het geval is, roept dat echter nog meer vragen op. Waarom wordt hij buiten schot gehouden? Wie profiteert daarvan? Welke andere belangen spelen hier?
In deel 4 zullen we uitgebreid ingaan op de dossiers van Jeugdzorg, pleegzorg en de Kinderbescherming die verdwenen zijn of moedwillig achtergehouden werden.
> Lees verder in deel 4: “Dominique op zoek naar de verduisterde dossiers”
> Lees ook deel 1 en deel 2 van “De schreeuw van Dominique”
Namen met een * zijn gefingeerd omwille van de privacy van betrokkenen.
Ella Ster* | bron: ellaster.nl
Artikelen door mij geschreven mogen alleen 1:1 elders gepubliceerd worden mits de auteur Ella Ster* duidelijk bovenaan of onderaan het artikel staat vermeld. Daarnaast moet er onderaan de vermelding staan: “Bron: www.ellaster.nl”
Ontdek meer van Ellaster
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.